De fractie van Aalsmeerse Belangen heeft al bij meerdere gelegenheden haar zorgen geuit over de werkwijze van het College om te komen tot een nieuwe Aalsmeerse gebiedsvisie. Deze vragen werden naar de mening van de fractie helaas niet of niet afdoende beantwoord. Naar aanleiding van de ter beschikking gestelde stukken, de antwoorden op de eerdere vragen die AB aangaande dit onderwerp heeft gesteld alsmede de presentatie van portefeuillehouder d.d. 24 april 2008, heeft de fractie daarom de volgende vragen aan het College gesteld:

  1. Wat is het eindresultaat van het proces om te komen tot de Gebiedsvisie Aalsmeer. Graag ontvangen wij van u een volledige specificatie van de producten die zullen worden opgeleverd als tussenproducten en als eindproduct.
  2. Bureau Vijn geeft het volgende aan: “De gebiedsvisie fungeert daarbij enerzijds als beleidsmatige richtingwijzer, maar anderzijds ook als strategisch uitvoeringsdocument”. Graag vernemen wij van u wat daarmee wordt bedoeld.
  3. Wat is de naar uw mening de planologische status van de op te stellen Aalsmeerse Gebiedsvisie? Krijgt de Aalsmeerse Gebiedsvisie de status van Structuurvisie in de zin van de nieuwe Wro?
    • Zo nee, waarom niet en wanneer gaat u een dergelijke Structuurvisie dan opstellen?
    • Zo ja, wat zijn in dat geval de randvoorwaarden op het gebied van bijvoorbeeld milieu?
  4. Op 20 juni 2007 gaven wij u aan dat op dat moment nog de nodige bouwstenen voor het opstellen van de Gebiedsvisie ontbraken. Wij stellen vast dat nog diverse visies en beleidsstukken ontbreken, nog niet door de raad zijn vastgesteld dan wel ontbreken in de nota van Bureau Vijn. Het betreft onder andere de volgende stukken:
    • Economische visie
    • Detailhandelsvisie
    • Visie op ontwikkeling maatschappelijke voorzieningen (sport, recreatie, kunst en cultuur, onderwijs, WMO)
    • Woonvisie
    • Inzicht in verwachte demografische ontwikkelingen (scenario’s)
    • Ontwikkelingen GreenPort en VBA (scenario’s)
    • Ontwikkelingsvisies van de omringende gemeenten (scenario’s)
    • Ontwikkelingen Schiphol (scenario’s)
    • Verkeers- en Vervoersplan
    • Luchtkwaliteitsplan
    • Klimaatbeleidsplan
  5. Hoe bent u voornemens om zonder deze (door de raad te accorderen) beleidskaders een Gebiedsvisie te gaan opstellen?
  6. Om de brede maatschappelijk discussie, die u voorstaat, op een zinvolle wijze te voeren, lijkt het ons van het grootste belang dat de particpanten goed zijn geinformeerd. Hoe gaat u alle noodzakelijke beleidsstukken en achtergrondinformatie ter beschikking stellen aan de participanten in het planvormingsproces? Welke rol speelt internet daarbij?
  7. In hoofdstuk 3 van de nota van Bureau Vijn, dat de titel ‘Kaders en keuzes’ draagt, wordt door bureau Vijn het volgende gesteld: “Om samen met de inwoners en organisaties van Aalsmeer tot een zinvolle discussie over de sttructuur van de gemeente Aalsmeer in de komende decennia te komen, is het belangrijk om eerst het speelveeld af te bakenen. Met andere woorden, eerst moeten de honken van het speelveld worden uitgezet, een rol die met name bij de gemeenteraad ligt en ook alleen door de gemeenteraad kan worden uitgevoerd.”
    • Hoe kwalificeert u deze uitspraak van Bureau Vijn in het licht van uw mening dat de gemeenteraad geen kadernota voor de Aalsmeerse Gebiedsvisie ter vaststelling krijgt voorgelegd?
    • In het Plan van aanpak communicatie en participatie gebiedsvisie Aalsmeer geeft u aan dat de 2e stap in het proces een kadernota is, die in College en raad wordt behandeld. Waarom heeft u deze stap in het proces nu overgeslagen? Wat zijn hiervoor uw motivaties?
    • Acht u het verantwoord en verstandig om een participatieproces op te starten zonder heldere kaders van de gemeenteraad, zeker in het licht van de kosten die ermee gemoeid zijn?
  8. In hoofdstuk 3 van de nota van Bureau Vijn, dat de titel ‘Kaders en keuzes’ draagt, worden de kaders en keuzes op strategisch niveau weergegeven in de vorm van stellingen.
    • Worden deze stellingen ter discussie voorgelegd aan de Aalsmeerse burgers en instellingen?
    • Acht u deze stellingen voldoende scherp en ‘controversieel’ om er een discussie over te kunnen voeren? Kunt u tevens een korte toelichting geven op de controverses die u in de stellingen hebt geprobeerd te verwoorden?
    • Kunnen andere onderwerpen dan die in hoofdstuk 3 zijn verwoord, ook ter discussie worden gesteld?
    • Wat zijn de discussiekaders? Welke onderwerpen mogen bijvoorbeeld volgens u niet ter discussie worden gesteld?
  9. Voor de fractie van AB is niet geheel duidelijk wat de functie is van de hoofdstukken 4 tot en met 11 beschreven thema’s, inclusief de aangereikte kansen en mogelijkheden. Daarover hebben wij de volgende vragen:
    • Worden deze thema’s ter discussie voorgelegd aan de Aalsmeerse burgers en instellingen? Zo ja, wat is dan het beoogd resultaat? Zo nee, waarom niet?
    • Kunnen andere thema’s dan die in hoofdstuk 4 tot en met 11 zijn verwoord ook ter discussie worden gesteld?
    • Mogen ook andere kansen en mogelijkheden worden aangedragen voor discussie dan in het rapport genoemd?
    • Wat zijn de discussiekaders? Welke onderwerpen, thema’s, kansen en mogelijkheden mogen bijvoorbeeld volgens u niet ter discussie worden gesteld?
    • Hoe gaat u de kansrijkheid van de diverse kansen en mogelijkheden beoordelen? Wat zijn uw toetsingscriteria?
  10. Wat zijn de totale begrote kosten voor het opstellen van de Aalsmeerse Gebiedsvisie wanneer naast de kosten voor externe inhuur ook de kosten voor ambtelijke begeleiding (historische kosten en nog te maken kosten) worden verdisconteerd? Verwacht u dat dit bedrag voldoende zal zijn?