Inleiding

De fractie van AB verbaast zich over de gang van zaken rondom de planvorming voor het Lijnbaangebied. Om die reden heeft de fractie een aantal vragen aan het College gesteld. De behandeling van de vragen is geagendeerd voor het vragenhalfuur van donderdag 12 juni aanstaande.

Vragen

  1. Bij de vaststelling van het Visiedocument Lijnbaangebied heeft het College aan de gemeenteraad de keiharde toezegging gedaan dat het plan Lijnbaangebied ‘één en ondeeelbaar is’. Uit de presentaties op 2 juni 2008 en andere bronnen is ons gebleken dat er nog geen overeenstemming is met de Fa. Rosenboom en dat onteigening in gang wordt gezet. Ook omtrent de situatie van het LPG-vulpunt is er nog veel onzekerheid. Er is dus nog een reeel en wezenlijk risico aanwezig dat het huidige plan deels niet kan worden uitgevoerd. Onze vragen:
    1. Hoe kan u dan toch al starten met het voeren van de ruimtelijke procedures?
    2. Acht u uw eigen handelwijze, net als wij, in strijd met eerdere toezeggingen aan de raad? Zo nee, dan ontvangen wij graag een nadere toelichting.
  2. Op de website van de gemeente Aalsmeer lezen wij over het plan Dorpshaven: “Er wordt een gemeentelijk realisatiedocument opgesteld, waarin het definitief ontwerp wordt getoetst aan de gemeentelijke uitgangspunten. Na de vaststelling van het realisatiedocument wordt een ruimtelijke procedure opgestart. In deze procedure is formele inspraak mogelijk.” Onze vragen:
    1. Is dit realisatiedocument al beschikbaar?
    2. Zo ja, waarom heeft u de gemeenteraad tot op heden hiervan nog niet in kennis gesteld? Conform het spoorboekje bent u hiertoe verplicht.
    3. Zo nee, waarom heeft u dan desondanks besloten de ruimtelijke procedures (artikel 19) al op te starten?
    4. Is er druk uitgeoefend door de projectontwikkelaars om de procedure voor 1 juli 2008 (in werking treden nieuwe WRO) te starten en bent u hierin meegegaan? Dit is namelijk wat door aanwezige ambtelijke vertegenwoordigers is geuit op 2 juni 2008. Graag ontvangen wij een toelichting.
    5. Waarom heeft u de raad sowieso helemaal niet vooraf geinformeerd over de tempoversnelling die u in het project heeft gebracht?
  3. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan uitgebreid gediscussieerd over nut en noodzaak van het ‘hoogteaccent’ op de hoek van Burgemeester Kasteleinweg en Oosteinderweg. Met enige aarzeling heeft de raad ingestemd met een maximale hoogte van 18 meter. In de gepresenteerde plannen is deze hoogte opgetrokken naar 21 meter. U voert een artikel 19, lid 2 procedure om dit mogelijk te maken waarbij u de raad buitenspel heeft gezet. Acht u uw handelwijze zorgvuldig in het licht van de gevoerde discussies omtrent het hoogteaccent? Zo ja, dan vragen wij van u graag antwoord op de vraag waarom u de wil van de raad negeert?
  4. In het bestemmingsplan Oosteinderweg e.o. (2005) zijn in artikel 10.3 uitwerkingsregels opgenomen met betrekking tot de woningdichtheid (minimaal 15 en maximaal 30 woningen per hectare). Uit de presentatie is gebleken dat deze dichtheid is opgelopen naar ruim 33 woningen per ha. Anders gezegd: een toenamer van 35 woningen over het gehele gebied ten opzicht van het visiedocument. Ook is het plangebied vergroot ten opzichte van datgene wat in het bestemmingsplan mogelijk is gemaakt en worden volgens onze informatie woningen gebouwd binnen de zone langs de Ringvaart met als bestemming water en medebestemming ‘zone voor natuurontwikkeling’. Het plan is daarmee in strijd met (de uitwerkingsregels van) het bestemmingsplan. Onze vragen:
    1. Hoe kunt u het dan toch op de door u gekozen wijze in procedure brengen?
    2. Vindt u niet dat u de raad vooraf om een standpunt had moeten vragen? Zo nee, dan ontvangen wij graag een toelichting op wat u dan wel als de rol van de gemeenteraad ziet?
  5. In het bestemmingsplan Oosteinderweg e.o. (2005) lezen wij in artikel 10.2 het volgende: “het woningbouwprogramma dient te worden afgestemd op de marktvraag en dient te zijn gebaseerd op het gemeentelijk volkshuisvestingsplan”. Op basis van de rapportage van EKZ concluderen wij overigens dat het woningaanbod maar deels aansluit bij de marktvraag onder Aalsmeerders. Onze vragen:
    1. De fractie van AB kent geen gemeentelijk volkshuisvestingsplan. Beschikt u er wel over?
    2. Kunt u ons de resultaten van de in artikel 10.2 bedoelde toetsing overleggen?
    3. Onderschrijft u ons standpunt? Zo nee, dan ontvangen wij graag een toelichting.
  6. Bent u bereid de procedures stil te leggen en eerst de raad om een formeel standpunt te vragen inzake de thans voorliggende plannen voor het Lijnbaangebied?