Eerlijk gezegd was ik niet eens verbaasd over het bericht in de dagbladen over het stopzetten van de ontwikkelingshulp aan één van de, nog steeds, armste landen in West Afrika; Benin. Ik denk dat minister Ploumen in deze juist heeft gehandeld, maar de vraag is of het iets oplost. De corruptie in de ontwikkelingslanden viert al jarenlang hoogtij en zal nooit kunnen worden uitgeroeid. Ook toen ik, 30 jaar geleden, als ontwikkelingswerker voor de Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) 3 jaar lang in Benin heb gewerkt en gewoond was corruptie een alledaagse bezigheid. Groot was ook de corruptie van verschillende etnische groeperingen in het land. Op de route naar mijn standplaats, 650 km landinwaarts, verschenen in die drie jaar steeds meer controleposten van militairen of politie, die tegen betaling van een paar CFA’s (Centrale West Afrikaanse munteenheid) wel genegen waren om de boomstam omhoog te doen zodat je met de auto kon passeren. In het begin heb je daar de nodige moeite mee, maar na verloop van tijd ga je daar toch anders over denken. Zeker wanneer je met de betrokkenen praat en te weten komt dat de militairen en politieagenten al maandenlang geen salaris hebben ontvangen en de meeste van hen toch verantwoordelijk zijn voor een gezin, veelal met een kinderschaar van tenminste 3 kinderen. Ook zij moeten eten. Het leven van alle Beninse inwoners was 30 jaren geleden al moeilijk, ik denk en vermoed dat het op dit moment niet al te veel verbetert is.

Ook toen verdwenen grote bedragen ontwikkelingsgeld op de diverse ministeries en Provinciale organisaties, overal en op alle niveaus worden de vaak niet of te laat uitbetaalde salarissen aangevuld met geld uit de donorlanden. Er is dus niets nieuws onder de zon. DE consequenties van dit proletarisch gedrag was wel dat de vrijwilligers erg veel moeite hadden om het scholenbouwproject van de grond te krijgen omdat de benodigde financiën niet bij de vrijwilligers aankwamen.

Groot was de droefenis bij vele Beninois toen de verantwoordelijke van het project het op het hoofdkantoor van de Verenigde Naties in Geneve voor elkaar kreeg om de gelden direct aan de vrijwilligers beschikbaar te stellen. Het project werd daardoor binnen twee jaar afgerond.

Ik lees gisteren in de krant dat de huidige President van Benin, Boni Yayi, de betrokken minister van Energie en Water, Barthélémy Kassa (Omen et Nomen) heeft gedwongen zijn ontslag in te dienen. Verder heeft de President beloofd scherp op te treden tegen iedereen die betrokken was bij de corrupte praktijken.

Wat mij betreft loze beloften, want zolang Benin één van de armste landen ter wereld blijft, is de corruptie onuitroeibaar, of zoals de gemiddelde Beninois zelf zegt over corrupte President; “Il est Forte” om maar aan te geven hoe goed het is om uit de grote pot geld een persoonlijke bijdrage te nemen. Minister Ploumen is gewaarschuwd!

 

Dick Kuin