AB – wethouder Gertjan van der Hoeven schrijft regelmatig een weblog op
de website van de gemeente Aalsmeer
(http://www.aalsmeer.nl/Bestuur_en_Organisatie/Burgemeester_en_wethouders/Weblog_wethouders)
Hieronder kunt u zijn laatste weblog lezen.
Afgelopen weekeinde (12 januari 2013) stond in De Volkskrant een artikel van Peter Giesen met als titel ‘Liefde voor de publieke zaak maakt voorzichtige comeback”. Ondertitel: “Analyse: Hoe het publieke ethos verdween uit Nederland”. Het stuk bevat een sterke analyse van de wijze waarop het publieke bestuur zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld. Van de almaar uitdijende, bureaucratische verzorgingsstaat in de jaren zeventig tot de geprivatiseerde publieke instellingen met alle uitwassen waarmee we nu voortdurend worden geconfronteerd. Giesen constateert dat het steeds verder doorvoeren van het bedrijfsmatige model in de publieke sector een fiasco is geworden. Ik ben dat volledig met hem eens. Denk alleen maar eens aan de situatie bij veel zorginstellingen, woningcorporaties of onderwijsinstellingen. Dergelijke misstanden leiden tot vervreemding van burgers van de publieke sector.
Er is behoefte aan een nieuwe weg. De Wet Normering Topinkomens vind ik bijvoorbeeld een prima zaak. Maar die wet is natuurlijk niet de oplossing voor alle vraagstukken van deze tijd. De rol van de overheid verandert razendsnel. Met name door de digitale revolutie is de samenleving in de afgelopen decennia enorm veranderd. Publieke instellingen, zoals gemeenten, hebben daarnaast te maken met een almaar groeiende hoeveelheid taken en krimpende budgetten. “In een nieuw publiek ethos is de publieke bestuurder geen gezaghebbend bureaucraat meer, en ook geen pseudo-ondernemer, maar een dienstverlener die burgers maant om zelf actief te worden”, aldus Giesen. De zogenoemde ‘doe-democratie’, dus. Ook in Aalsmeer zetten we in op het activeren van burgerkracht. We proberen deze omslag te maken in het wijkgericht werken maar bijvoorbeeld ook het herziene jeugd- en jongerenbeleid is sterk op deze gedachte gebaseerd. En we merken dat het kan: de samenleving pakt zaken op. Gisteren was ik bij het eerste benefietconcert voor Stichting De Verdieping. Ernst Jansz trad op in de Oude Veiling om geld op te halen voor deze stichting die zich ten doel heeft gesteld om het gebruik van de bovenzalen van de Oude Veiling door maatschappelijke en culturele organisaties te stimuleren. Een mooi voorbeeld van burgerkracht en een initiatief dat ik van harte ondersteun.
De ‘doe-democratie’ is in feite een liberaal ideaal in een modern jasje: iedereen levert naar vermogen een bijdrage. Dat spreekt me aan, maar alleen als tegelijkertijd door de publieke sector goed wordt gezorgd voor kwetsbare mensen. En hoe voorkomen we dat voorzieningen verloren gaan als de mensen die zich daar vrijwillig voor inzetten ermee stoppen? Taak voor de overheid is om die continuïteit te bewaken. Tenslotte moeten we volgens mij ook niet voorbij gaan aan het gegeven dat publieke bestuurders waar nodig ook als ‘gezaghebbend bureaucraat’ moeten optreden. Bijvoorbeeld als het gaat om openbare orde of handhaving. Ook daarin moeten we ruimte geven aan de dialoog maar uiteindelijk is daar wel degelijk sprake van een gezagspositie. En misschien heeft de publieke sector – mede door haar eigen optreden – de afgelopen jaren te veel gezag verloren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de onderzoeken naar aanleiding van incidenten zoals de rellen in Hoek van Holland of Haren. Daarbij is naar mijn mening te eenzijdig ingegaan op de vraag of de overheid wel goed heeft gehandeld. Onderzoek is nuttig omdat de publieke diensten uit ieder incident lessen kunnen leren voor de toekomst. Maar laten we zaken wel in het juiste perspectief zetten. Laten we dus iedere keer de verantwoordelijkheid van de daders tot het centrale discussiepunt maken. Volgens mij kan ook dat helpen om het vertrouwen in het publieke bestuur weer een beetje te laten groeien.
GertJan van der Hoeven